‘Een feest van herkenning’, denk ik als ik nog maar een paar pagina’s op weg ben in Landziek. Behalve dan dat het woord ‘feest’ natuurlijk ongepast is als het om ME/CVS gaat. Dat vindt de auteur overigens ook. Als ze Heden ik van de zieke Renate Dorrestein leest noteert ze: ‘Het is het spreekwoordelijke feest der herkenning, met de nadruk op herkenning: het stuntelen, de eigen verbazing, het zoeken naar een oplossing.’ Treffender zou ik het niet kunnen omschrijven.
Landziek is in alle opzichten een rijk boek. Het is allereerst rijk aan informatie. Je krijgt niet alleen de geschiedenis van ME/CVS en de CGT-behandeling haarfijn uitgelegd, je wordt ook meegenomen in de complexe regelgeving die bedrijfsartsen, arbodiensten en het UWV hanteren. Ook dat herken ik, in gedachten zet ik een vinkje.
Het boek is daarnaast ook rijk aan metaforen. In de rapporten die ze als penvoerder van het Deltaprogramma schrijft, vermijdt Selser consequent het woord ‘probleem’. Dit is precies hoe ze aanvankelijk haar ziekte benadert: met hard werken, positief zijn en niet zeuren. Alleen helpt dat niet. Ze wordt juist steeds zieker. Check.
Haar liefde voor zeilen vormt een bron van poëtische vergelijkingen. De titel Landziek verwijst naar het gevoel dat je overvalt nadat je lang op zee bent geweest. Je hebt weliswaar weer vaste grond onder je voeten, maar alles draait en duizelt nog. Het is alsof je lichaam zich niets van de feiten aantrekt. Dit is zowel letterlijk als figuurlijk hoe Selsers ME/CVS ervaart: als iets dat zich niet laat vangen in medische diagnoses en zich helaas ook niet zomaar laat genezen. ‘Hoe weet je of onbewijsbare beweringen waar zijn? Hoe houd je twijfel buiten de deur als de grond onder je voeten zompt?’ verzucht ze. Alweer een vinkje.
Meer nog dan informatief en poëtisch is dit boek rijk aan filosofische overpeinzingen over wat de termen ‘gezond’, ‘ziek’, ‘psychisch’ en ‘lichamelijk’ eigenlijk betekenen. Selsers leert met vallen en opstaan hoe ze daarbij haar eigen ervaring centraal mag stellen. Maar dat lukt niet altijd. Ze blijft haar ziekte zien als een ‘tussentijd’. De laatste alinea vind ik prachtig: ‘Langzamerhand vrees ik dat dit een illusie is. Dat ik in de tijd ben verdwaald, of zelfs uit de tijd ben gevallen… Dat ik wacht op niets. Een pauze als einde.’ Checkerdecheck.
Landziek is een absolute aanrader voor ME/CVS’ers die genoeg concentratie hebben om dikke boeken te lezen. Ook familieleden en vrienden kunnen van Selsers’ werk veel opsteken. Soms zijn de passages die over de ambtenarij en regelgeving gaan wat aan de lange kant, maar mijn tip zou zijn: zet door, want daarvoor is de rest te mooi.